Ivette is samen met Nathalie Amiel (Houthoff) auteur voor de rubriek ‘huurrecht’ van Mr. Online, hét online platform voor juristen. In deze bijdrage bespreken zij het Besluit onroerende zaken omzetbelasting, dat gevolgen kan hebben voor het in rekening brengen van btw over bepaalde servicekosten.
Het Besluit onroerende zaken omzetbelasting is in werking getreden op 1 januari 2024 en is een actualisering van het ‘Besluit omzetbelasting, levering en verhuur van onroerende zaken’ uit 2013. Het Besluit 2024 geldt vanaf 1 januari 2025 onverkort voor de btw-behandeling van servicekosten. Dit kan gevolgen hebben voor het in rekening brengen van btw over bepaalde servicekosten, zowel bij woonruimte als bij bedrijfsruimte. Deze bijdrage spitst zich toe op bedrijfsruimte. Daarbij beginnen we met een korte introductie over de (on)mogelijkheid om btw te heffen over de huurprijs.
De verhuur van onroerende zaken is in principe vrijgesteld van btw; de verhuurder kan dan geen btw terugvragen op voor het gehuurde gemaakte kosten (zoals voor onderhoud en renovatie). Bij bedrijfsruimteverhuur kunnen partijen echter, onder voorwaarden, opteren voor met btw-belaste huur; dan kan de verhuurder die btw wél in aftrek brengen (de huurder kan betaalde btw terugvragen). Een belangrijke voorwaarde om te kunnen opteren voor btw-belaste verhuur is dat de huurder de bedrijfsruimte voor 90% (of 70% in bepaalde sectoren) gebruikt voor activiteiten waarvoor btw-aftrek mogelijk is. Kan dit niet – bijvoorbeeld omdat de huurder een tandarts of onderwijsinstelling is –, dan is opteren voor btw-belaste verhuur niet mogelijk.
Bent u geïnteresseerd in andere bijdragen van Ivette en Nathalie? Kijk dan op de website van Mr. Online.