Op 3 februari 2012 heeft de Hoge Raad bepaald dat het gebruik van een verzamelpandakte rechtsgeldig is, uiteraard mits aan alle vereisten voor een geldige verpanding is voldaan (LJN: BT6947).
De wetgever heeft het mogelijk gemaakt om vorderingen op derden stil te verpanden. De vereisten hiervoor zijn onder andere: een geldige titel, beschikkingsbevoegdheid, geldige vestiging en voldoende bepaaldheid van de verpande vorderingen. Vestiging van een stil pandrecht geschied door middel van een authentieke of geregistreerde onderhandse akte. Over al deze vereisten is al vaak geprocedeerd en ook de Hoge Raad heeft zich hier al meerdere keren over uitgelaten en de vereisten (meestal) in ruime zin uitgelegd. In de uitspraak van 3 februari 2012 (LJN: BT6947) gaat de Hoge Raad weer een stapje verder, door het toestaan van verpanding door middel van een verzamelpandakte. Banken als financierders maken hier steeds vaker gebruik van. Maar, hoe werkt dat nu met een dergelijke verzamelpandakte?
De wet bepaalt dat verpanding van vorderingen op derden, enkel mogelijk is bij reeds bestaande vorderingen of vorderingen die voortvloeien uit reeds bestaande rechtsverhoudingen. Voor vorderingen die later ontstaan, zal dus steeds een nieuwe (vervolg)pandakte moeten worden getekend en geregistreerd. Bij het aangaan van de verpanding, wordt gewoonlijk een zogenaamde stampandakte opgemaakt. Tot nu toe werd de vervolgverpanding meestal gedaan in overleg met en door de pandgever. Dat is echter niet meer nodig als aan de bank een volmacht wordt verleend, waarmee de bank namens de pandgever de vorderingen op derden die nog zijn ontstaan, aan de bank zelf kan verpanden. Een dergelijke volmacht wordt veelal opgenomen in ofwel de stampandakte, ofwel de algemene voorwaarden die van toepassing zijn. In de stampandakte zal ook moeten worden opgenomen dat de pandgever ook alle toekomstige vorderingen verpandt ‘die de pandgever op derden zal verkrijgen uit de op het moment van de verpanding nog niet bestaande rechtsverhoudingen. De bank kan vervolgens zo vaak zij wil een verzamelpandakte opmaken en laten registreren. In deze verzamelpandakte treedt de bank dan op als gevolmachtigde van alle pandgevers (kredietnemers) waar zij zaken mee doet, maar die niet bij naam worden genoemd. Ook de vorderingen waarop het pandrecht wordt gevestigd zijn niet gespecificeerd.
De Hoge Raad oordeelt dat dit een rechtsgeldige manier is van verpanding. Door deze constructie wordt (vervolg)verpanding van vorderingen op derden zeer makkelijk gemaakt. De banken/financierders die van deze constructie al gebruik maken, kunnen hiermee – met de uitspraak van de Hoge Raad in de hand – dus doorgaan.