Ivette is samen met Nathalie Amiel (Houthoff) auteur voor de rubriek ‘huurrecht’ van mr-online. Bent u geïnteresseerd in hun bijdrage? Mr. website voor juristen.
De coronamaatregelen kwalificeren niet als een gebrek, maar op grond van onvoorziene omstandigheden is huurprijskorting wel mogelijk.
Sommige huurders zijn voor hun omzet afhankelijk van de komst van publiek, zoals een café-eigenaar: geen klanten, geen drankomzet. Het door huurders niet, of slechts in geringe mate, kunnen exploiteren van het gehuurde, maakt(e) dat de huurprijsbetalingsverplichting vaak zwaar drukt(e). Een stroom aan huurprijsprocedures volgde. In de lagere rechtspraak werden regelmatig huurprijskortingen aan huurders verleend. Over de juridische grondslag en berekeningswijze van de huurprijskorting bestond evenwel geen consensus. De Kantonrechter Roermond stelde de Hoge Raad daarom een aantal prejudiciële vragen.
In onze eerdere Mr. Bijdrage schreven wij al over het advies van de plaatsvervangend procureur-generaal bij deze vragen. Anders dan dit advies overweegt de Hoge Raad dat de coronamaatregelen niet een gebrek in de zin van art. 7:204 lid 2 BW zijn. Verkort weergegeven, is ‘een gebrek’ een omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat deze daarvan mocht verwachten. De coronamaatregelen hebben echter geen betrekking op de verhuurde zaak; anders gezegd: met de verhuurde zaak zélf is niets mis.(klik hier om het gehele artikel te lezen)