De Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen: ‘Inspectie SZW’) controleert of werkgevers en werknemers zich houden aan de verschillende wetten, besluiten en regelingen op het terrein van arbeid. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan reageren op meldingen, maar voert ook op regelmatige basis (onaangekondigd) inspectiebezoeken uit. Deze blogreeks, voorzien van verschillende tips, kan behulpzaam zijn bij (de voorbereiding van) zo’n inspectiebezoek. In deze derde blog ga ik in op het proces van A tot Z, zodat je weet wat er komen gaat, zodra de inspectie op de stoep staat.
De Nederlandse Arbeidsinspectie
De Nederlandse Arbeidsinspectie is de toezichthouder op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In mijn vorige blog ging ik in op de bevoegdheden van de inspectie. Samenvattend zijn de belangrijkste bevoegdheden:
– Het onaangekondigd uitvoeren van inspectiebezoeken;
– Het betreden van het bedrijfspand;
– Het vorderen van inzage van het identiteitsbewijs;
– Het vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (denk aan stukken uit de administratie);
– Het maken van kopieën van gegevens en bescheiden;
– Het onderzoeken van zaken;
– Het stellen van vragen of het horen van (o.a.) medewerkers als getuigen.
Stap 1: Aanleiding inspectiebezoek
Onderdeel van de toezichthoudende taak van de Nederlandse Arbeidsinspectie is het uitvoeren van inspectiebezoeken. Aanleiding voor zo’n inspectiebezoek kan een melding zijn. Meldingen van vakbonden en ondernemingsraden worden in meer dan 80% van de gevallen opgevolgd. Anonieme meldingen worden het minst opgevolgd, maar nog steeds in 41% van de gevallen.
De Nederlandse Arbeidsinspectie kan ook getipt worden door andere overheidsinstanties. De politie, de Koninklijke Marechaussee, de IND, het openbaar ministerie en de Nederlandse Arbeidsinspectie wisselen onderling informatie uit. Recent stond ik een werkgever bij die bezoek kreeg van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Het bleek dat een viertal personen die door de werkgever waren uitgeleend, zich bij de gemeente hadden gelegitimeerd met valse legitimatiebewijzen. De gemeente had de vreemdelingenpolitie ingeschakeld. De vreemdelingenpolitie informeerde vervolgens de Nederlandse Arbeidsinspectie.
Ook zonder melding kan de inspectie (onaangekondigd) inspecties uitvoeren. In de regel doet zij dat binnen de focusgebieden uit haar meerjarenplan.
Tip: vraag altijd naar de reden/aanleiding van het inspectiebezoek. Op deze manier weet je in een vroeg stadium over welke informatie de inspectie beschikt. Ook kun je dan beoordelen of sprake is van opsporing. Vanaf dat moment kan een beroep worden gedaan op het zwijgrecht (zie uitbereid daarover mijn tweede blog).
Stap 2: Inspectiebezoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie
Op het moment dat je te maken hebt met een (onaangekondigd) bezoek zal de inspecteur zich dienen te legitimeren. Ook zal de inspecteur het doel van het inspectiebezoek uitleggen aan de werkgever. Afhankelijk van de aard van het bezoek/onderzoek kan het zijn dat de Nederlandse Arbeidsinspectie zich laat vergezellen door andere (rijks)toezichthouders (Justitie, politie, Belastingdienst, IND, UWV en de Koninklijke Marechaussee).
Nadat de inspecteur zich gelegitimeerd heeft en het doel heeft uitgelegd, gaat de inspecteur aan de slag. De inspecteur kan om inzage vragen in documenten en gegevens en vragen stellen aan medewerkers. Werkgevers zijn (in beginsel) verplicht hun medewerking te verlenen. Voor een uitbereid overzicht van de bevoegdheden van de toezichthouder en de begrenzing daarvan verwijs ik naar mijn tweede blog in deze reeks.
Bezoeken aan Seveso-inrichtingen (bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, voorheen Brzo-bedrijven genoemd) kunnen meerdere dagen in beslag nemen. Denk hierbij aan chemiebedrijven. De inspectiebezoeken zijn dan veelal vooraf aangekondigd, zodat met deskundigen van het bedrijf kan worden gecontroleerd op (bijv.) onderhoud van de installaties met gevaarlijke stoffen. Het bedrijf ontvangt dan vaak een inspectieagenda waarin de inspectieonderwerpen zijn opgenomen. Deze inspecties worden uitgevoerd door een team van de Nederlandse Arbeidsinspectie, het Bevoegd Gezag Wabo en de Veiligheidsregio.
Stap 3: Boeterapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie
Nadat een verklaring is afgelegd zal de inspectie het onderzoek afronden en een boeterapport opstellen. Zodra het boeterapport gereed is, wordt dit verzonden aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De werkgever ontvangt hiervan een kopie.
Stap 4: Boetevoornemen
Het Ministerie bestudeert vervolgens het boeterapport. Indien het voornemen bestaat om een boete op te leggen, sturen ze eerst een boetevoornemen (‘Kennisgeving inzake boete en openbaarmaking gegevens’). Dat is in beginsel nog geen beschikking in de zin van artikel 1:3 lid 2 Awb. Zolang geen sprake is van een beschikking kan geen bezwaar worden gemaakt.
Stap 5: Zienswijze
Je kunt (volgens artikel 5:53 lid 3 en artikel 4:8 Awb) binnen 15 dagen na de datum van de brief een zienswijze indienen. In de zienswijze kan worden aangegeven waarom je het niet eens bent met de boete (en indien van toepassing met het voornemen om de inspectiegegevens openbaar te maken). Het loont vaak om een zienswijze in te dienen. Vorige maand heb ik namens een werkgever een zienswijze ingediend tegen een voornemen om een boete op te leggen van € 16.000 voor illegale tewerkstelling. In de zienswijze heb ik uitgewerkt dat ten onrechte de BV van cliënte was aangemerkt als overtreder. De gestelde overtreding had namelijk plaatsgevonden, toen de BV van cliënte nog niet was opgericht en cliënte werkzaam was vanuit een eenmanszaak. Deze zienswijze werd door door het Ministerie overgenomen. Er ging een streep door het voornemen om aan de BV een boete op te leggen.
Stap 6: Boetebeschikking
Na ontvangst van de zienswijze zal het Ministerie van SZW besluiten om al dan niet een boete op te leggen. Indien het Ministerie van SZW besluit om geen boete op te leggen, dan ontvangt desbetreffende partij een beschikking zonder boeteoplegging. Indien je een boetebeschikking ontvangt, dan staat daarin hoe hoog te boete is.
Stap 7: Bezwaar
Indien een boete wordt opgelegd, kan bezwaar worden aangetekend tegen het boetebesluit. Ook kun je verweer voeren tegen de wijze waarop de Nederlandse Arbeidsinspectie gebruik heeft gemaakt van haar bevoegdheden. Vaak is de bezwaartermijn zes weken. Het is niet verplicht om het bezwaar door een advocaat te laten indienen. Het is wel raadzaam. Tijdens de behandeling van het bezwaar heb je recht op een hoorzitting.
Stap 8: Betaling boete
Je moet de opgelegde boete binnen zes weken betalen. Als je bezwaar maakt tegen de boete, schorst dat de betalingsverplichting niet op. Wel kan om een betalingsregeling worden gevraagd.
Stap 9: (hoger) beroep
Na beslissing op bezwaar is beroep mogelijk bij de rechtbank. De rechter is de eerste onafhankelijke instantie die de (Wav-)boete zal beoordelen. In sommige gevallen is het toegestaan om direct na het opleggen van de boete beroep in te stellen bij de rechtbank. De bezwaarfase wordt dan overgeslagen. Tegen de uitspraak van de rechtbank staat eventueel nog hoger beroep open.
Vragen over arbeidsrecht- en arbeidsmigratierecht?
Voor vragen over (een inspectiebezoek van) de Nederlandse Arbeidsinspectie kun je met mij contact opnemen (boystenden@lawandpepper.com of 06-27177989). Wil je op de hoogte blijven van al mijn arbeidsrechtelijke- en arbeidsmigratierechtelijke blogs? Volg dan de LinkedIn-pagina van Law&Pepper Advocaten.
Lees ook: