Als woningcorporatie of grote verhuurder kan je woonfraude natuurlijk niet toelaten. De wachtlijsten zijn lang, de woningnood is hoog en je wilt niet dat de leefbaarheid in een wijk door jouw huurders achteruitgaat. Bovendien word je door de gemeente vaak ook actief ‘gestimuleerd’ om woonfraude aan te pakken. Maar hoe doe je dat eigenlijk effectief? En hoe leg je een goed dossier aan? In deze tweede blog uit de serie over woonfraude vertel ik je er meer over.
Wat doe je met signalen van woonfraude?
In het eerste artikel uit deze serie, ‘Dossier woonfraude: wat is het en hoe herken je het?’, vertelde ik meer over de signalen die wijzen op woonfraude. Het is belangrijk dat je dit soort signalen (via het meldingenformulier op de website, van omwonenden, wijkbeheerders, opzichters, woonconsulenten en andere partijen) voortvarend oppakt. En dat je een gedegen dossier aanlegt, mocht het tot een ontbindings- en ontruimingsprocedure komen.
Stap 1: vooronderzoek
Als je signalen van woonfraude hebt ontvangen, is het goed om altijd eerst een vooronderzoek te doen. Tijdens dit vooronderzoek verzamel je alle informatie die je over dit adres hebt: overeenkomsten, correspondentie, meldingen van omwonenden, signalen uit een buurtonderzoek, etc.
Stap 2: ga op huisbezoek
Vervolgens is het goed om onaangekondigd op huisbezoek te gaan en daarbij al je bevindingen vast te leggen: wie deed de deur open, wat verklaarde hij/zij en wat viel je op? Maak, als de situatie daarom vraagt, ook foto’s. Maak na afloop een verslag op van het huisbezoek.
Tip: leg dit huisbezoek nooit alleen af, maar ga samen met een collega, iemand van de gemeente of de deurwaarder. Dit is wel zo veilig en bovendien goed voor je bewijspositie.
Stap 3: in gesprek met de huurder
Zijn de signalen concreter geworden, maar heb je nog niet voldoende bewijs om een juridische procedure te starten? Nodig de huurder dan eens uit voor een gesprek op kantoor. Confronteer de huurder met je bevindingen en geef hem/haar een keuze. Gaat het bijvoorbeeld om het gebruik van de woning als hoofdverblijf? Geef de huurder dan de kans om aan te tonen dat hij wel zijn hoofdverblijf in de woning had (tip: vraag om verbruiksgegevens, bankafschriften of documenten van uitkeringsinstanties of verzekeraars). Wil of kan de huurder geen bewijs overleggen? Dan kan je hem in overweging geven de huurovereenkomst op te zeggen. Op die manier kan de huurder een procedure (en kosten) voorkomen. Wat je ook met het gesprek bereikt, na afloop is het goed om de huurder een brief te sturen, waarin je je bevindingen en eventuele afspraken weergeeft.
Stap 4: een nader onderzoek en/of een juridische procedure
Heb je na de vorige stap nog niet voldoende bewijs verzameld, maar staan je vermoedens nog wel overeind? En weigert de huurder de overeenkomst op te zeggen of mee te werken aan verder onderzoek? Dan kan het zijn dat je zelf nader onderzoek wilt doen. Of wilt laten doen, bijvoorbeeld door een recherchebureau. Zorg dan altijd wel dat er een goede afweging wordt gemaakt tussen het onderzoeksbelang en de privacy van de huurder.
Heb je (na dit gesprek) wel voldoende bewijs? Dan kan je een kort geding of bodemprocedure starten om de woning te ontruimen. Laat je dossier wel altijd eerst toetsen door een huurrechtspecialist!
Meer weten?
In mijn volgende blog vertel ik je meer over een belangrijke vorm van woonfraude: illegale onderhuur. Daar behandel ik een aantal veelgestelde vragen over (illegale) onderhuur.
Heb je vragen over dit onderwerp? Vermoed je dat er in een van jouw woningen sprake is van woonfraude? Of wil je weten of je voldoende dossier hebt voor een ontruimings- en ontbindingsprocedure? Neem dan gerust contact met mij op (adrismidt@lawandpepper.com of 06 46 73 49 71).
En wil je op de hoogte blijven van al het huurrechtnieuws? Volg dan de LinkedIn-pagina van Law&Pepper Advocaten of mijzelf.