Transitievergoeding en de winstuitkeringen

Juridisch nieuws

De berekening van de transitievergoeding is in de meeste gevallen eenvoudig. Dat kan anders zijn indien het loon bestaat uit vaste of variabele looncomponenten. Denk hierbij aan pensioencompensatie of een winstdeling die jaarlijks fluctueert. In dat laatste geval dient voor wat betreft de berekening van de transitievergoeding onderzocht te worden of sprake is van overeengekomen winstuitkeringen en wanneer de winstuitkeringen verschuldigd waren. In deze blog zoomen wij hierop in.

Wanneer heeft een werknemer recht op een transitievergoeding?

Een werkgever is een transitievergoeding verschuldigd indien (i) hij/zij de arbeidsovereenkomst opzegt, (ii) de rechter de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever ontbindt en (iii) de werkgever een contract voor bepaalde tijd niet verlengt.

Als een werknemer een nieuwe baan heeft en zelf ontslag neemt, heeft de werknemer dus geen recht op een transitievergoeding. Een transitievergoeding is eveneens niet verschuldigd indien het eindigen of het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst (i) heeft plaatsgevonden terwijl de werknemer nog geen 18 jaar was en de gemiddelde arbeidsomvang ten hoogste twaalf uur per week heeft bedragen, (ii) plaatsvindt na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en (iii) het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.

Berekening van de transitievergoeding

De hoogte van de transitievergoeding is gelijk aan 1/3 van het loon per maand voor ieder jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd. Wat onder het loon per maand wordt verstaan, staat in:

– het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding (hierna: ‘het Besluit’) en
– de Regeling looncomponenten en arbeidsduur (hierna: ‘de Regeling’).

Het loon per maand is (in beginsel) gelijk aan het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand (artikel 2 van het Besluit). Het loonbegrip wordt vervolgens uitgebreid met (zie artikel 3 van het Besluit):

– de vakantiebijslag en de vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen twaalf maanden aanspraak op zou hebben bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst, gedeeld door twaalf;

– de overeengekomen vaste looncomponenten verschuldigd in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door twaalf;

– de overeengekomen variabele looncomponenten verschuldigd in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door zesendertig.

Overeengekomen looncomponenten bij berekenen transitievergoeding

Uit artikel 3 van het Besluit volgt dat het bij de berekening van de transitievergoeding moet gaan om ‘overeengekomen’ looncomponenten. Dat betekent dat vaste en variabele looncomponenten niet meetellen indien zij niet (mondeling of schriftelijk) zijn overeengekomen. Denk hierbij aan de werkgever die onverplicht aan zijn werknemers met kerst een envelop overhandigt met daarin € 250,-.

Variabel looncomponent: winstuitkeringen

Variabele looncomponenten zijn componenten waarvan de hoogte wordt bepaald door het functioneren van de werknemer en/of de resultaten van de onderneming (artikel 1 lid 1 sub c Besluit en Stb. 2014, 538, p. 6). Als variabele looncomponenten zijn in de Regeling limitatief aangewezen (i) bonussen, (ii) winstuitkeringen en (iii) eindejaarsuitkeringen.

Niet de benaming van de looncomponent is bepalend, maar of de looncomponent zich kenmerkt als één van de componenten zoals opgenomen in het Besluit of de Regeling (Stcrt. 2014, 36823, p. 4).

Winstuitkeringen voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt

In het Besluit staat dat voor berekening van de transitievergoeding de overeengekomen variabele looncomponenten meetellen die verschuldigd waren in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt. Dit betekent dat niet naar het jaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, hoeft te worden gekeken.

Winstuitkeringen verschuldigd over of in de drie kalenderjaren?

Een vervolgvraag is of het gaat om winstuitkeringen over of in de genoemde drie kalenderjaren. In de literatuur en jurisprudentie bestaan twee stromingen op dit punt.

Eerste stroming (winstuitkeringen verschuldigd over)

Volgens de eerste lijn moet ‘verschuldigd in’ zo worden uitgelegd, dat gekeken moet worden naar het variabele loon dat is toe te rekenen aan de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. In het voorbeeld betekent dat de in 2025 uitbetaalde winstuitkering over 2024, meetelt bij de berekening van de transitievergoeding bij een beëindiging in 2025 (Hof ’s-Hertogenbosch 21 april 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1299, JAR 2022/141, (impliciet) Hof Amsterdam 31 maart 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1024, Rb. Rotterdam 28 augustus 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:7074 en Rb. Amsterdam 4 augustus 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6196). De argumenten voor de uitleg dat het gaat om de winstuitkeringen die zijn verschuldigd over de drie kalenderjaren zijn:

– Rechtszekerheid omdat niet van belang is wanneer de werkgever de bonus precies heeft uitbetaald;
– Voorkomen dat de werkgever de hoogte kan ‘manipuleren’ door een bonus later uit te keren.

Tweede stroming (winstuitkeringen verschuldigd in)

Er zijn echter ook uitspraken waarin is geoordeeld dat gekeken moet worden naar de winstuitkeringen die feitelijk betaald zijn (of: had moeten zijn) in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar van beëindiging van de arbeidsovereenkomst (Rb. Midden-Nederland 10 juli 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:3228 en Rb. Amsterdam 13 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:4526).

Conclusie A-G de Bock

Op korte termijn zal waarschijnlijk de knoop definitief worden doorgehakt. Op 16 juli 2024 heeft A-G de Bock zich namelijk over dit onderwerp moeten uitlaten (ECLI:NL:CRVB:2024:1033). Die zaak gaat strikt genomen weliswaar over artikel 2 van het Besluit (provisie), in plaats van over artikel 3 van het Besluit (vaste en variabele looncomponenten), maar ook in artikel 2 van het Besluit staat een vergelijkbare formulering, zodat de uitspraak in deze zaak waarschijnlijk ook duidelijkheid zal scheppen voor wat betreft de winstuitkeringen.

De A-G de Bock heeft in haar advies de eerste stroming onderschreven. Het is nu afwachten of de Centrale Raad van Beroep dit advies zal onderschrijven of toch de tweede stroming zal onderschrijven. Wij zullen u op de hoogte houden, zodat u hiermee rekening kunt houden bij de berekening van de transitievergoeding.

Contact advocaat arbeidsrecht Eindhoven

Voor vragen over de transitievergoeding, de winstuitkering of bonussen kun je contact met ons opnemen (boystenden@lawandpepper.com of elinevos@lawandpepper.com). Wil je op de hoogte blijven van al mijn arbeidsrechtelijke blogs? Volg dan de LinkedIn-pagina van Law&Pepper Advocaten.