Er is in beginsel geen verplichting voor een verhuurder om aan de huurder toe te staan het gehuurde onder te verhuren nu de huurovereenkomst een onderhuurverbod kent. Dit zou anders kunnen zijn als de verhuurder geen redelijke
grond zou hebben gehad om een bepaalde onderhuurder te weigeren. In casu zijn ter zake van potentiële onderhuurders niet de nodige bescheiden aangeleverd waaruit een betrouwbaar beeld van hun financiële gegoedheid of over hun hoedanigheid
en kaliber kan worden afgeleid.