Annotatie bij de uitspraak van de Kantonrechter Leeuwarden d.d. 10 juli 2018, TvHB 2019/04 (UDH:TvHB/15406)
De kantonrechter moet beoordelen of hij bevoegd is kennis te nemen van een geschil over een overeenkomst tussen de gemeente Harlingen en de huurder van een parkeerterrein en parkeergarage. De kantonrechter is bevoegd als sprake is van een huurovereenkomst. Als de overeenkomst geen huurovereenkomst is, is de rechtbank bevoegd. De kantonrechter komt tot de conclusie dat geen sprake is van huur, maar van een concessieovereenkomst en verklaart zich onbevoegd.
Is het oordeel van de kantonrechter juist? Elina betwijfelt dat. Zij bespreekt haar twijfels in deze annotatie.